In een document uit 1796, opgesteld voor de Franse overheid, vinden we volgende bevolkingsgegevens terug :
- Lauw : 708 inwoners, 45 koetsen en 87 paarden (of 12 paarden per 100 inwoners) – inwoners in 2016 = 1.030
- Piringen : 340 inwoners, 13 koetsen en 55 paarden (of 16 paarden per 100 inwoners) – inwoners in 2016 = 912
- Neerrepen : 146 inwoners, 11 koetsen en 33 paarden (of 22 paarden per 100 inwoners) – inwoners in 2016 = 296
- Henis : 252 inwoners, 11 koetsen en 30 paarden (of 12 paarden per 100 inwoners) – inwoners in 2016 = 920
- Riksingen : 260 inwoners, 19 koetsen en 50 paarden (of 19 paarden per 100 inwoners) – inwoners in 2016 = 1.085
- Berg en Ketsingen : 290 inwoners, 18 koetsen en 40 paarden (of 14 paarden per 100 inwoners) – inwoners in 2016 = 1.069
- Widooie : 187 inwoners, 8 koetsen en 36 paarden (of 19 paarden per honderd inwoners) – inwoners in 2016 = 395
- Offelken : 45 inwoners, 7 koetsen en 18 paarden (of 40 paarden per 100 inwoners)
- Mulken : 49 inwoners, 4 koetsen en 8 paarden (of 16 paarden per 100 inwoners)
- Blaar : 83 inwoners, 3 koetsen en 17 paarden (of 20 paarden per 100 inwoners)
- Tongeren : 3.765 inwoners (786 huizen), 32 koetsen en 108 paarden (of 3 paarden per honderd inwoners) – inwoners in 2016 = 16.072
Wat kunnen we hieruit besluiten? Voor wat betreft de oude bevolkingsgegevens zien we Lauw eruit steken voor wat betreft het aantal inwoners. Offelken en Mulken zijn kleine gehuchten. Offelken heeft een procentueel groot aantal koetsen en paarden, te verklaren door de aanwezigheid van de boerderijen.
In vergelijking met de huidige bevolkingsgegevens is het meest opvallend dat de dorpen gelegen langs steenwegen de grootste groei kenden (Piringen, Henis, Riksingen en Berg). De dorpen waarvan de kern niet in de buurt van een steenweg ligt, kenden de laagste groei (Lauw, Neerrepen en Widooie).
En tenslotte, waarom zijn niet al de dorpen vermeld? Omdat in 1796 een aantal dorpen niet werden opgenomen omdat ze niet deel uitmaakten van de vroegere stadsvrijheid Tongeren (bv. Overrepen, ‘s-Herenelderen).
Lauw : Lau—